Een slijtzool, ook wel bekend als de buitenzool, is het onderste deel van een schoen dat direct in contact komt met de grond.
De slijtzool is het gedeelte van de schoenzool dat het meeste slijtage ondervindt tijdens het wandelen of hardlopen.
Hoe belangrijk is de slijtzool?
Aangezien de slijtzool het contactpunt is met de grond, is het erg belangrijk dat deze goed in elkaar zit, voldoende grip biedt en perfect is geoptimaliseerd voor het type ondergrond waar je op loopt.
Niet alleen is het belangrijk dat je niet weg slipt of veel hinder van ongelijke ondergrond ondervindt, het is ook fijn als er materialen voor de slijtzool zijn gebruikt die niet al te hard slijten, zodat je even vooruit kunt met je hardloopschoenen.
Het is belangrijk om de slijtage van de buitenzool in de gaten te houden. Als de slijtzool ernstig versleten is, zullen grip en prestaties afnemen en kan het nodig zijn om de schoenen te vervangen. Ook voor je eigen veiligheid.
Kenmerken van een slijtzool
De slijtzool is meestal gemaakt van duurzaam rubber of een ander slijtvast materiaal dat zorgt voor grip en tractie op verschillende oppervlakken.
De slijtzool is – net als de middenzool – ontworpen om schokken op te vangen, maar ook om wrijving te verminderen en de voeten te beschermen tegen de impact van het contact met de grond.
Er kunnen verschillende patronen, groeven en noppen voor de slijtzool zijn gebruikt, afhankelijk van het beoogde gebruik van de schoen. Het is belangrijk dat er voldoende groeven in de zool zitten, zodat de schoen genoeg flexibiliteit houdt.
Verschillende soorten slijtzolen
De slijtzool van een hardloopschoen kan specifieke kenmerken hebben, afhankelijk van de toepassing.
Schoenen voor trailrunning hebben bijvoorbeeld meestal een grover profiel met diepere noppen, voor betere grip op oneffen terrein. Terwijl schoenen voor wegwedstrijden een extra glad profiel kunnen hebben voor meer efficiëntie op vlakke, verharde oppervlakken.